Vind je dat hoofdrekenen ook zo lastig? Maak je snel een rekenfoutje waarbij je jouw kluts helemaal kwijt bent? Ik help jou graag om het hoofdrekenen een stuk eenvoudiger te maken.
Hoofdrekenen met getallen zoals 10, 100 en 1000
Deze getallen zijn getallen zoals 10, 100, 1000, enz. In een oefening kunnen deze getallen voorkomen, bij het vermenigvuldigen en delen met natuurlijke getallen bestaat er een heel eenvoudig trucje.
Vermenigvuldigen met natuurlijke getallen

- x 10 = Je plaatst één nul achter het getal. (Bv. 35 x 10 = 350)
- x 100 = Je plaatst twee nullen achter het getal. (Bv. 35 x 100 = 3500)
- x 1000 = Je plaatst drie nullen achter het getal. (Bv. 35 x 1000 = 35 000)
- enz.
Delen met natuurlijke getallen
- : 10 = Je schrapt één nul bij het deeltal. (Bv. 70 : 10 = 7)
- : 100 = Je schrapt twee nullen bij het deeltal. (Bv. 700 : 100 = 7)
- : 1000 = Je schrapt drie nullen bij het deeltal. (Bv. 7000 : 1000 = 7)
- enz.
Naast het rekenen met natuurlijke getallen, heb je ook oefeningen met kommagetallen. Ook hier zijn handige trucjes voor.

Vermenigvuldigen met kommagetallen
- x 10 = Je verplaatst de komma met één sprong naar rechts. (Bv. 6,5 x 10 = 65)
- x 100 = Je verplaatst de komma met twee sprongen naar rechts. (Bv. 75,80 x 100 = 7 580)
- enz.
Delen met kommagetallen

- : 10 = Je verplaatst de komma één sprong naar links. (Bv. 65,7 : 10 = 6,57)
- : 100 = Je verplaatst de komma twee sprongen naar links. (Bv. 65,7 : 100 = 0,657)
- : 1000 = Je verplaatst de komma drie sprongen naar links.
- enz.
Hoofdrekenen met 25 en 50
Naast het rekenen met getallen zoals 10, 100 en 1000, krijg je ook oefeningen met de getallen 25 en 50. Je kan tijdens het hoofdrekenen de getallen beginnen splitsen en in verschillende stappen uitrekenen. Alleen kost dit veel rekenenergie, het kan dus een stuk eenvoudiger.
Vermenigvuldigen
- x 25 = x 100 : 4 (Bv. 6 x 25 = (6 x 100) : 4 = 150)
- x 50 = x 100 : 2 (Bv. 6 x 50 = (6 x 100) : 2 = 300)
Delen
- : 25 = : 100 x 4 (Bv. 3200 : 25 = (3200 : 100) x 4 = 128)
- : 50 = : 100 x 2 (Bv. 3200 : 50 = (3200 : 100) x 2 = 64)
En, opnieuw zin om te rekenen? Ga nu aan de slag met deze handige tips. Ik ben er zeker van dat je terug door de rekenoefeningen zal vliegen. Laat ons zeker weten wat je van de tips vond door onderaan een reactie achter te laten.